Wortelpappardelle met kabeljauw en kruidensaus
Ingrediënten
Bereidingswijze Wortelpappardelle met kabeljauw en kruidensaus
Stap 1
Schil de wortels met een dunschiller en schaaf ze daarna ook met de dunschiller in lange dunne repen van twee cm breed.
Stap 2
Wrijf de kabeljauw in met zout, peper en citroensap en wentel de filets door de bloem.
Stap 3
Schud het overtollige bloem eraf.
Stap 4
Verwarm de helft van de olijfolie in een koekenpan.
Stap 5
Bak de kabeljauwfilets in acht minuten mooi bruin en gaar, keer ze halverwege.
Stap 6
Kook intussen de wortelpappardelle in een pan met ruim kokend water met wat zout in vier minuten beetgaar.
Stap 7
Verwarm de rest van de olijfolie in een hapjespan en fruit de ui en knoflook zachtjes glazig.
Stap 8
Roer de peterselie en het basilicum erdoor en schenk de wijn erbij.
Stap 9
Verwarm al roerend drie minuten tot het een lekkere saus wordt.
Stap 10
Laat de wortel in een vergiet uitlekken en schep de repen wortel door de saus.
Stap 11
Verdeel de pappardelle over warme diepe borden en leg de kabeljauw erop.
Stap 12
Schep de aioli op de kabeljauw.
